
Gouldamadine
Algemeen: De Gouldamadine komt oorspronkelijk uit het noordelijke deel van Australië. In dit droge en dun bevolkte gebied leven zij. In het droge seizoen houdt de Gouldamadine zich vooral op in het noordelijke deel van zijn verspreidingsgebied. Als het natte seizoen (januari) begint, trekken ze meer naar het zuiden op zoek naar een geschikte plaats om zich voort te planten. De Gouldamadines zijn holle broeders en zijn hier vrij kieskeurig in. De balts van de Gouldamadine maakt deel uit van het voorplantingsritueel. De man springt zo’n 15 centimeter van een tak en zingt hierbij, dit is een spectaculair gezicht! Als de jongen uit de eieren komen, duurt het nog minimaal 6 maanden voordat de jongen een volwassen verenkleed hebben. Waarna de cyclus rond is en alles weer van voren af aan begint. De Gouldamadine werd ontdekt in 1833 bij Raffles Bay door Hombron & Jacquinot. Het exemplaar wat men toen waarnam was een roodkop Gouldamadine. De oranjekop Gouldamadine werd echter pas aan het eind van de achttiende eeuw beschreven. Omstreeks deze tijd bereikte ook de eerste levende exemplaren West-Europa. De eerste kweekresultaten werden in Australië geboekt rond 1880. De Gouldamadine komt in de natuur in drie soorten voor, te weten: zwartkop, roodkop en oranjekop (wordt soms ook wel geelkop genoemd). De Gouldamadine wordt 11 tot 12 centimeter groot, exclusief de middenstaartpennen/spitsen die bij de man 2 tot 3 cm lang kunnen worden. De mannen zijn nadrukkelijk donkerder van kleur dan de poppen. Een Gouldamadine wordt gemiddeld 6 tot 8 jaar oud.
Huisvesting: Een Gouldamadine kan zowel binnen als in een volière worden gehouden. Laatstgenoemde is alleen mogelijk wanneer de temperatuur niet onder de 10 graden Celsius raakt. Zorg dat de volière niet op de tocht of pal in de wind staat, vooral als het koud weer is. Zorg voor genoeg planten, zitstokken en takken. Er uiteraard op letten dat er geen giftige planten in de volière worden gezet! Indien je de Goulds in de winter in een nachthok wilt laten overwinteren dien je er voor te zorgen dat deze goed verwarmd is en niet lager komt dan 10 graden Celsius. Hier kunt u o.a. voor zorgen door een anti-vorst kachel te gebruiken. Let er echter wel op dat de vogels niet direct in aanraking komen met de kachel. Je kunt de vogels vervolgens ook uitvangen en binnen in kleinere kooien onderbrengen tot dat het weer warm genoeg is buiten. Bij het weer naar buiten brengen is het verstandig om dit bij 15 graden Celsius te doen. Ga je de Goulds binnen houden? Zorg er dan voor dat je een ruime kooi hebt om ze in onder te brengen, zodat ze ook een beetje kunnen vliegen en goed kunnen bewegen. Zorg ook hier weer voor genoeg zitstokken! Als bodembedekking kun je verscheidene materialen gebruiken. Schelpenzand of bijvoorbeeld beuksnippers. Tip, leg daar onder kranten, zodat je de lades snel schoon krijgt!
Schoonmaken: Het vogelverblijf moet wekelijks goed worden schoongemaakt. Reinig het verblijf met warm water en ververs de bodembedekking. Maak ook de voerbakjes, het vogelbadje en de zitstokken schoon met warm water. Het waterbakje moet elke dag worden schoongemaakt.
Voeding:
- Zaad: Het hoofdvoer bestaat uit zaden. De hoofbasis bestaat uit tropenzaad (50%) gemengd met wit zaad (20%), millet (10%), onkruidzaad (10%) en wildzangzaad (10%).
- Eiervoer: Een ander belangrijk voedingssupplement is eiervoer (ook wel krachtvoer genoemd).
- Mineralen: Voor een goede spijsvertering is een voorraad vogelgrit zeer belangrijk. Dit moet continue beschikbaar zijn voor de vogels. Dit geldt voor alle zaadeters. Met behulp van deze steentjes worden de zaden vermalen in de maag met behulp van hun maagspieren.
- Water: Het is zeer belangrijk dat er continue voldoende (vers) water beschikbaar is voor de Gouldamadine. Ieder dag water verversen! Een beetje appelazijn is ook erg goed om aan het water toe te voegen.
- Groente en fruit: De Gouldamadine lust graag spinazie, broccoli of sla. Een stukje fruit als bijvoorbeeld een appel of banaan lusten ze ook graag. Let er op, niet te vaak geven, maar zo nu en dan.
- Trosgierst: Dit vinden de Gouldamadines erg lekker om te eten. Gouldamadines welke jongen hebben, zullen bij de opfok dit zachte zaad graag aan hun jongen voeren. Ook pas uitgevlogen jongen zullen al erg snel het trosgierst weten te vinden.
Bad: De Gouldamadine baddert graag minimaal één keer per week in een badje dat je aan de kooi kunt hangen. In de volière is het mogelijk om een schaal of dunne bak met water neer te leggen waar de Goulds in kunnen badderen.